De 'vergeten' kunst van het etsen opnieuw op de kaart zetten. Dat is het belangrijkste uitgangspunt bij de oprichting van De Nederlandse Etsclub in 1885.
Een groep jonge, ambitieuze en bevriende kunstenaars - twintigers nog – wisselt met elkaar van gedachten over kunst en de toekomst van de maatschappij. Thuis en in kroegen komen de leden, de zogenoemde ‘Tachtigers’ onder leiding van Jan Veth, Willem Witsen en Antoon Derkinderen regelmatig samen om te werken en om stevig te discussiëren. Er ontstaan vriendschappen, maar er is ook ruimte voor ongezouten kritiek op elkaars werk en vooral ook voor persoonlijke ontwikkeling.
Wat ze met elkaar gemeen hebben, is dat ze niet alleen in de lijn van impressionisme willen weergeven wat ze zien, maar dat ze ook hun meer innerlijke thema’s aan het papier willen toevertrouwen. Politieke overtuigingen bijvoorbeeld, of religieuze gevoelens. Met de visualisatie daarvan doet het symbolisme zijn intrede in de prentkunst, waarbij ook de lithotechniek zijn opmars maakt.
Gedurende een periode van elf jaar, tussen 1885 en 1896, brengt de club tien portefeuilles uit met daarin etsen van prominente leden als Marius Bauer, Barbara van Houten, Eduard Karsen, Phillip Zilcken en Willem de Zwart. Daarnaast organiseert het bestuur tentoonstellingen in Amsterdam, Den Haag en New York, waar niet alleen werk van Nederlandse tijdgenoten te zien is, maar ook van internationale grootheden als Mary Cassatt, Félix Buhot en James McNeill Whistler, met wie de leden nauwe banden onderhouden.
In de tentoonstelling Zwart op wit - prentkunst rond 1900 kom je alles te weten over de techniek van het etsen en kun je van dichtbij kennismaken met het internationale netwerk van kunstenaars rond 1900.
*Tijdens de tentoonstelling Liberté (19 oktober 2024 t/m 23 maart 2025) adviseren wij je om je tickets vooraf op onze website te bestellen. Vanwege de verwachte drukte ben je dan verzekerd van toegang tot het museum.